Ze mocht starten met twee sprongen. Voor een sprong met een halve draai in het eerste gedeelte en een hele in het tweede, kreeg ze 11.425.
Rosa vervolgde de wedstrijd op brug. Het was hard werken, zeker nu er in Limburg gebruik werd gemaakt van “gladde magnesium”. Het gevoel van timing was er niet helemaal, tijdens het inturnen, maar met de wedstrijd was daar niks van te merken (8.850).
De opdracht voor balk was eenvoudig, maar bovenal stabiel te turnen. Rosa deed dit keurig en kon hierdoor een 11.333 aan haar lijst toevoegen.
Met opgeheven hoofd startte ze met haar vloeroefening. De landingen zagen er verzorgd uit en ook haar sprongen waren ruimer dan de vorige wedstrijd. Ze rondde haar vierkamp af met 12.000.
Door met 43.608 op een prima 11de plaats te eindigen wist ze zich ruimschoots te kwalificeren voor de halve finale in Rotterdam begin mei.
